Ben je niet zo verlekkerd op rennen en zware barbells, maar wil je tóch werken aan een sterker lijf? Wandelen lijkt misschien een rustige bezigheid, maar vergis je niet: met een paar handige tweaks wordt je dagelijkse rondje een stevige work-out voor je benen, billen en core. Lees mee!
Verhoog je tempo en wissel af
Blijf je steeds in hetzelfde slakkengangetje rondsloffen? Grote kans dat je spieren dat niet zo boeiend vinden. Kies daarom regelmatig voor een sneller wandelritme en wissel tempo’s af. De truc zit ’m in intervalwandelen: na een paar minuten op een rustig tempo zet je een minuut of twee flink aan. Op die manier activeer je je beenspieren en jaag je je hartslag de hoogte in, wat verrassend veel verschil kan maken.
Gebruik hellingen
Een vlakke route is prima voor je uithoudingsvermogen, maar wil je echt de spieren in je onderlichaam uitdagen? Zoek hellingen, duinen of zelfs trappen op. Klimmen vraagt een stuk meer van je bilspieren, hamstrings en kuiten. De afdaling doe je best rustig om je bovenbenen te laten werken en blessures te voorkomen.
Draag extra gewicht
Wil je een tandje bijsteken zonder je pas te verkorten? Wandel dan eens met een lichte rugzak, een gevulde waterfles of zelfs enkel- of polsgewichten. Let op: begin niet te zwaar, want dan kun je je houding forceren. Een beetje extra last zorgt ervoor dat je spieren toch net iets harder moeten werken.
Let op je houding
Zorg dat je hoofd rechtop blijft, je schouders niet hangen en je core aangespannen is. Zo activeer je je buik- en rugspieren en wandel je ineens een stuk ‘bewuster’. Bijkomstig voordeel: een rechte houding voorkomt ook pijntjes die gepaard gaan met een slome wandelstijl.
Implementeer korte krachtoefeningen
Een wandeling hoeft geen saai ommetje te zijn. Stop halverwege even in het park voor een set squats, lunges of een plank op een bankje. Dat trekt misschien wat nieuwsgierige blikken, maar je benen, billen en core gaan je bedanken.
LEES OOK: Signalen dat je een vitamine d-tekort hebt
Tekst Jari Putteman