Paul Schulten
De modewereld aan zijn voeten
Modeontwerper Paul Schulten is niet meer weg te denken uit de Nederlandse modewereld. Dit jaar viert hij zijn twintigjarig jubileum. Talkies vroeg hem het hemd van het lijf over zijn succesvolle carrière, zijn hoogtepunten én zijn toekomstdroom.
Waar komt jouw liefde voor ontwerpen vandaan?
‘Ik heb eigenlijk geen idee waar het vandaan komt. Ik ben op een gegeven moment naar de modevakschool gegaan, omdat ik dat interessant vond. Eerst wilde ik naar de kunstacademie, maar toen dacht ik dat ik beter eerst kon kijken hoe dingen gemaakt worden voordat ik naar een creatieve opleiding zou gaan. En eigenlijk ben ik nooit meer op de kunstacademie terechtgekomen. Het maken van een shape, het ontwikkelen en het hele proces vond ik zó interessant. In mijn boek van mijn 12,5-jarig jubileum staat een quote van Karl Lagerfeld: “Dit vak kies je niet, voor dit vak word je geboren”. Dat is eigenlijk wel wat de lading dekt.’
Wat vind je het leukste aan je vak?
‘Het sourcen naar materialen en het ontwikkelen van nieuwe modellen en nieuwe typen jasjes en broeken vind ik heel leuk om te doen. Het werken is vaak niet leuk, want dat is best een hoop gedoe. Maar wat ik eigenlijk het allerleukste vind is waarvoor je het doet. Dat is uiteindelijk voor de vrouw die het aanheeft. Als dat resultaat goed is en zij er heel veel succes mee heeft, is dat natuurlijk het allerleukst.’
Welk moment in je carrière zal je nooit meer vergeten?
‘Dit zijn er eigenlijk best veel. Ik roep altijd: elke jurk is een examen. Voor elke jurk, voor iedereen, moet je scherp staan. Je moet altijd full performance geven en ik probeer altijd het maximale eruit te halen. Er zijn natuurlijk ook veel highlights waar je niet over kunt praten, dat heeft met de privacy van mensen te maken. Wat heel fantastisch was is de jurk die ik gemaakt heb in samenwerking met het Van Gogh Museum voor Stichting Hulphond. Die is toen geveild voor 48.000 euro. Wat ik ook heel leuk vind is de zeer exclusieve avondjurk die ik gemaakt heb voor één van de grootste violistes van Nederland Tosca Opdam. Ook heb ik jaren geleden een avondjurk gemaakt geïnspireerd op een schilderij van Sluijters: “Bal Tabarin”. Met die jurk ben ik opgenomen in de officiële documentaire van Sluijters. Dat zijn fantastische dingen. Ook vond ik Linda de Mol voor de Televizier-Ring heel leuk om te doen. Dat heb ik een paar keer gedaan, voor de nominatie van Gooische Vrouwen en voor de première voor Linda’s film. We zijn in 2014 ook gevraagd om de finale te doen van de Amsterdam Fashion Week. Dat was ook een hoogtepunt. Maar ik heb zoveel mooie dingen gegaan voor de rich, famous en nameless.’
Heb je veel tegenslagen gehad?
‘Ik ben ondernemer, dus heb altijd wel dingen die niet mee zitten, maar op zich valt het wel mee. Het is en blijft natuurlijk hard werken, omdat het toch een ambacht is. Een vak dat je met je handen doet. De crisis vond ik een tegenslag, maar dat was het uiteindelijk voor iedereen. De hele business is daardoor veranderd. Mensen zijn anders naar kleding gaan kijken en er zijn minder gala-avonden. Het hele systeem is veranderd, maar dat is als ondernemer ook wel interessant. Je wordt er mee geconfronteerd en je moet het wel oplossen.’
Heb je een belangrijke levensles voor beginnende ontwerpers?
‘Een goede boekhouder. Een zaak doe je nooit alleen. Je hebt een creatieve of een techneut nodig, maar je hebt ook echt iemand nodig die voor jou de cijfers doet. Iemand die de kosten in de gaten houdt en eigenlijk alleen maar aan het rekenen is. Dat vind ik heel belangrijk. En voor beginnende ontwerpers: probeer zoveel mogelijk zelfstandig te houden, dus dat je niet alles uit handen geeft. Wees ook een beetje self supportive. Op een gegeven moment kun je dingen delegeren, maar je moet wel elk aspect van het vak weten.’
Waar haal jij je inspiratie uit bij het ontwerpen?
‘Dit kan overal vandaan zijn. Als ik materialen zie, als ik op een beurs ben, als ik in het buitenland ben of het kan uit kunst zijn. Wat ik ook interessant vind is wat er gebeurt op het gebied van muziek. Muziek loopt vaak voor op mode. Dan kijk ik wat die mensen doen in clips en op Instagram. Daar tik ik dan de informatie uit en kijk ik welke kant het nu opgaat. Dat is niet één bron, maar zijn altijd wel meerdere bronnen.’
Wat maakt dat jij zo goed bent in je vak?
‘First of all: ik vind elke jurk en elk pak een examen. Dus ik zeg nooit: “Oh, dat doe ik wel even”. Je moet het touwtje altijd strak houden. Ik kan mooie dingen maken vanuit een combinatie van drie eigenschappen. De eerste is creativiteit. De tweede techniek, daar ben ik wel heel goed in. En last but not least, het sociaalpsychologische aspect: wat maak je voor wie? Ik werk voor elke klant totaal anders. Ik ben altijd op zoek naar haar “pincode”. Ik word heel nerveus als ik iemand voor het eerst ontmoet en ik voor het eerst iets voor haar moet maken. Ik wil zoveel mogelijk informatie en communicatie hebben. Met die drie eigenschappen maak ik een product en daar ben ik goed in.’
Heb je een favoriet item in je collectie?
‘Ik ben gek op korte, gedrapeerde jurkjes, scherp gesneden pakken en avondjurken. Ik hou van simpele kleren waar wel een dosis seks in zit. Ik hou van mooie, sexy vrouwen en wij kunnen ze mooi en sexy maken.’
Hoe zou jij je eigen kledingstijl omschrijven?
‘Mijn kledingstijl is heel basic. Voor mij is het een jeans en een shirt, dat was het. Als ik naar buiten moet zijn het altijd zwarte pakken. Ik hou van simpel en hou niet zo van opvallen. Ik heb liever dat degene die naast me staat opvalt.’
Hoe zou je je zelf omschrijven in drie woorden?
‘Moeilijk, hardwerkend en eerlijk. Het eisenpakket ligt hoog. Het wordt vaak als te moeilijk omschreven door mensen die mijn tempo op zakelijk gebied niet kunnen bijhouden. Er wordt een enorme druk op mij gelegd door mijn klanten, dus de lat ligt hoog. Ik moet die lat hoog leggen voor mezelf, maar ook voor mijn medewerkers.’
Wat is je droom voor de toekomst?
‘Ik zou de ready to wear-collectie voor Nederland dekkend willen hebben. Dus dat ik Nederland kan bedienen in het hoge segment en dat ik die klanten daarin kan bereiken. En ik zou ook wel veel meer willen doen met corporate, want ik zie de rol van haute couture erg veranderen de komende jaren. Ik denk dat haute couture, echt het werken voor je relaties, tussen de vijf en tien jaar verdwijnt. Dit heeft te maken met hoe de samenleving veranderd is. Er zijn niet heel veel mensen die nog geïnteresseerd zijn in bijvoorbeeld het doorpassen terwijl je bij MyTheresa online een Prada-jurk kunt open. Het zit niet meer in ons systeem om haute couture te laten maken. Dit heeft te maken met een veranderende tijdsgeest. Couture heeft twee gezichten: de klanten en het marketinginstrument. Het wordt gebruikt om de nevenproducten te verkopen. Ik zou wel haute couture willen blijven maken voor de klanten die er nog zijn, maar meer voor de marketing. Mijn toekomstdroom is dat ik meer de focus wil leggen op de ready to wear en op corporate.’