Binnenkijken bij Milla Novo en Nigel Nowotarski

Wonen in een klooster anno nu

In het hart van het dorp Bennebroek staat het St. Lucia klooster uit 1896. In dat jaar bouwden de Soeurs du Sacré Coeur – de Zusters van het Heilig Hart – er een pensionaat. De Sacré Coeur was sinds 1801 in Frankrijk actief als opvoedster van meisjes uit de Franse katholieke burgerstand en groeide uit tot een orde met pensionaten tot vér buiten de landsgrenzen. Dus ook in Nederland. De zusters stichtten in 1920 in het klooster hun orde en vertrokken er weer in 2007. Tien jaar later werd het door een projectontwikkelaar omgetoverd tot zeven herenhuizen en elf appartementen en in 2018 werd het ook nog eens tot Gemeentelijk Monument benoemd. Textile designer Milla Novo en haar partner Nigel Nowotarski kochten de voormalige en wit-gestucte kapel van 190 vierkante meter. De interne hoogte van het appartement was zeer handig voor Milla’s textiel-atelier, want zij creëert grote geknoopte wandkleden te midden van hun witte en ruime woonverdieping. Als extra verrassing kwam bij toeval achter het pleisterwerk opeens het geschilderde hoofd van een engel tevoorschijn. De originele muurschilderingen van de kapel bleken volledig intact. Milla: ‘Dat was een teken, het voelde als een soort van reddende engel. Heden en verleden kwamen op deze manier samen. Het was gewoon meant to be dat wij hier kwamen wonen, deze plek heeft op ons gewacht.’ Even later riep het stel de hulp in van Standard Studio voor interieuradvies. Wouter Slot van Standard Studio: ‘Het was een uitdaging om voor beide bewoners het interieurconcept te bedenken én te bewaken; kortom de kloostersfeer respecteren maar het interieur wél een comfortabel (t)huisgevoel meegeven voor Milla en Nigel.’

Een opvallend aspect van het ‘kloosterproject’ is de royale maatvoering van de verschillende wooneenheden, inherent aan de religieus/functionele eisen van het kloosterleven voor rust en ruimte. Een van de casco-appartementen kwam in handen van Milla Novo en Nigel Nowotarski, zij textile designer van beroep, hij werkzaam in de fintech-business. Binnen het klooster kochten zij van een projectontwikkelaar een deel van de kapel – het altaar gedeelte met bijzondere boogramen – alles in een halfronde, hoekige woonruimte van 190 vierkante meter met een hoogte van ongeveer zes meter. Die hoogte gaf ruimte voor een extra woon- of slaapverdieping. Het originele glas in lood in de boogramen bleek al vervangen te zijn met helder glas, en er was al een verhoging aangebracht om door de ramen naar buiten te kunnen kijken. Bij de aankoop beweerde men dat er niets meer over was van originele muurschilderingen, maar die kwamen Milla en Nigel per toeval toch tegen. Het bleek al met al de ‘reddende engel’. Daar waar mogelijk werden muurschilderingen in ere hersteld en werden ze het uitgangspunt voor het verdere kleurschema.

Historisch erfgoed

Het herontwikkelen van historisch erfgoed naar woonhuizen, appartementen én lofts doet het goed bij diegene die op zoek zijn naar een nieuwe woonruimte. Met name de vrijheid om je eigen leefomgeving te kunnen vormgeven wordt als belangrijkste reden genoemd. Dus worden voormalige fabrieken, kleine loodsen en garages soms omgezet naar woon- en/of werkplekken. Die tendens startte al in de jaren tachtig in SoHo, New York waar voormalige industriële ruimten leeg kwamen te staan en door kunstenaars werden gebruikt voor ateliers. Hergebruik van religieus erfgoed is pas de laatste tijd in opmars, want door de leegloop van kerken raken katholieke kloosters en kerken ongebruikt. Op deze manier beleven ook deze specifieke gebouwen na jaren een tweede jeugd en ontstaat er een alternatieve manier van ‘personal living’; grote, hoge ruimtes die naar eigen wens ingedeeld en ingericht kunnen worden. Met een aangepaste verwarming, nieuw sanitair en technische installaties, maar vooral de bereidheid om open te wonen, laat dit historisch erfgoed zich gewillig omtoveren naar bijzondere en individuele woonvormen.

ZIE OOK: BINNENKIJKEN BIJ INTERIEURSTYLISTE MARLOT WILLEMS (JOLIELOT)

Soms herinneren kolommen, boogramen, glas in lood en stoere materialen nog aan de rijke historie als fabrieksgebouw of kerk. Milla Novo en Nigel Nowotarski hadden zo’n creatieve geest toen zij dit project tegenkwamen. Het was de oplossing voor hun zoektocht naar een functionele, comfortabele plek voor wonen én werken. Milla: ‘Vanaf het moment dat dit te koop stond, werd het in gedachte onze droomplek, maar het duurde nog zeker twee jaar voordat we het konden betrekken. Niemand wilde het van de ontwikkelaar kopen, vanwege de casco-status maar ook vanwege de onconventionele indeling, het was eigenlijk maar geschikt voor een kleine doelgroep, dus de verkoopmakelaar was redelijk desperate geworden.’ De dag voordat het uit de verkoop zou worden gehaald keek Milla nog eens op Funda en was het inmiddels stevig gedaald in prijs. Ze sloegen toe, want zo’n casco-project was pérfect voor hen. Ze konden eigenlijk carte blanche beginnen met de ruimte-indeling. ‘Samen met Standard Studio hebben wij een mooie lay-out gecreëerd, eentje die avontuur toelaat. Ik wilde een open flow in het appartement, want op die manier kun je een soort wandeling maken door je leefruimte. Ik vond dat heel belangrijk. Het keukenontwerp is van onszelf. Met name de keuze voor het materiaal was moeilijk. Samen met natuursteenexpert Nick Blok kozen wij voor Italiaans kwartsiet, waarvan de tekening en roze ambertinten het goed doen bij de originele muurschilderingen. In alles hebben wij de sfeer en ruimtelijkheid van de kapel behouden.’

Handgeknoopte kunstwerken

‘Mijn eigen werken zijn heel groots te noemen. Daglicht is enorm belangrijk om goed te kunnen werken. En dat het daarbij ook nog aan huis kan plaatsvinden, in mijn eigen leefomgeving, is een extra pluspunt.’ Milla Novo is een textielkunstenaar en creëert exclusieve wandkleden voor high-end interieurs voor particuliere opdrachtgevers, ook levert ze onder andere aan Piet Boon in Oostzaan en Designstudio des Bouvrie in Naarden. Zij kwam met beide in contact na haar presentatie op de Salone del Mobile in Milaan. Deze unieke werken zijn allemaal door haar zelf ontworpen en handgemaakt. Milla heeft een diepere band met Zuid-Amerika en hier haalt ze dan ook haar inspiratie vandaan. Haar roots liggen bij de inheemse bewoners van zuid-centraal Chili, het Mapuche volk. Haar moeder, die nog steeds in Chili woont, heeft een actieve rol gespeeld in de Mapuche-gemeenschap en beoefent daarbij nog steeds hun traditionele weeftechnieken. Milla: ‘Langzamerhand heeft zij mij en mijn zussen geholpen om ons ook kennis te laten maken met de symboliek en de patronen die al eeuwen door deze gemeenschap worden gebruikt. Allen zijn verbonden met deze eeuwenoude cultuur, de traditie en het ambacht.  Op hun beurt fascineren en inspireren deze symbolen mij weer om mijn eigen kunstwerken te maken. Ik integreer de Mapuche-symboliek in veel van mijn grote wandkleden, waardoor ik met iedereen dit bijzondere erfgoed kan delen.’ Voor velen klinkt het misschien gedateerd jaren zeventig, maar Milla wil haar techniek graag introduceren als een hernieuwd eenentwintigste eeuw craftmanship. Door met deze niet-traditionele materialen, zoals het metallic touw, aan de slag te gaan te gaan, onderscheidt Milla Novo zich als international textile designer en biedt ze een perfect podium om de door de Mapuche-cultuur geïnspireerde patronen te verwerken. In elk stuk vernuftig handwerk zitten soms honderden uren handwerk en knooptechnieken. Milla: ‘Ik werk graag strak en gestructureerd – de sterke horizontale belijningen zijn mijn personal signature geworden.’ Bij een werk van Milla Novo zie je natuurlijk kleurgebruik, dat maakt haar werk krachtig maar ook grafisch/modern. Haar geknoopte wandkleden zijn kunstwerken die niet alleen in het oog springen, maar soms ook functionele, praktische doeleinden hebben, bijvoorbeeld voor de akoestische kwaliteit of sfeervolle warmte. ‘Sinds kort heb ik ook nieuwe werken ontwikkeld met een unieke collectie metallic touwen in ongebruikelijke kleuren zoals goud, brons en zwart. En samen met Nigel werken we nu ook aan grote touwsculpturen. Ik werk voornamelijk op gevoel en laat mij inspireren door persoonlijk contact. Ik schets alles uit en leg patronen en knooptechnieken vast. Als ik een opdracht krijg ga ik in gesprek met diegene waarvoor het is bedoeld. Ik leef mij in in hun dagelijks leven en de ruimte waar het komt te hangen. Ons gesprek is leading als ik start met het knopen van het wandkleed. In alles moet mijn werk eigenlijk verweven zijn met hoe zij zijn en wat zij met mij hebben gedeeld.’ En met een lichte glimlach eindigt ze: ‘Zij moeten zich herkennen in het werk, zich verknoopt en verbonden voelen met mijn wandkleed, eigenlijk hun eigen wandkleed, want het staat voor het unieke van hun leven; de sensaties, het avontuur én de verborgen verrassingen, zoals deze loft zich aandiende voor Nigel en mijzelf.’

ZIE OOK: BINNENKIJKEN BIJ SISI BOLATINI